Je praat, kiest je woorden zorgvuldig. Of je komt er niet uit. Je zegt andere woorden dan je bedoelt.
NIVEA
Van jongs af aan leren we om te luisteren (ontvangen) en te praten (zenden). Dat is communicatie. Maar zeg je wel wat je bedoelt? En hoor je wel wat de ander zegt? Veel van onze communicatie wordt ingevuld door onze eigen interpretatie. “Ik denk dat de ander bedoelt dat…”. Zodra we onze eigen interpretaties laten leiden in een gesprek, horen we niet meer goed wat de ander nu eigenlijk bedoelt. Tegenwoordig hoor je ook vaak zeggen dat we geen NIVEA moeten gebruiken: Niet Invullen Voor Een Ander.
Écht luisteren
Tijdens het luisteren naar een ander is het belangrijk dat we blijven vragen. Vragen voor verheldering. Vragen naar wat de ander bedoelt, en of jij dat op de juiste manier begrijpt. Vragen naar wat het met de ander doet, wat hij voelt.
Luisteren lukt beter als je niet je eigen verhaal op de voorgrond zet, maar de ander alle tijd en aandacht geeft. Aandachtig luisteren lukt niet met een telefoon in de hand. Je lijf laat zien dat je luistert. Je kijkt richting de ander, je houdt een open houding, en je humt en knikt tijdens het luisteren.
De juiste woorden
In mijn praktijk kom ik vaak kinderen tegen die niet de juiste woorden vinden om te zeggen wat ze wíllen zeggen. Soms is er verwarring over de woorden (wimpers op een auto, in plaats van ruitenwissers), soms is het moeilijk om de woorden te kiezen. Vooral als er veel in je hoofd gebeurt, kan je dit moeilijk in een paar woorden vangen. Of als je een beelddenker bent, en een groot plaatje ziet. Hoe kan je dan aan een ander beschrijven wat er allemaal te zien is in je hoofd?
Daarnaast voelen veel kinderen ook een bepaalde verwachting van de ander. Vindt de ander het wel prettig als ik vertel dat ik niet naar school wil? Of ‘vinden’ ze daar iets van? Hoe kan ik de juiste woorden vinden om mijzelf goed neer te zetten, zonder dat ik de ander daarmee een naar gevoel geef?
Als je niet gehoord wordt..
Als je heel hard je best doet, om goed te luisteren naar de leraar, je klasgenoten of je ouders, maar je begrijpt ze niet…
Als je heel hard je best doet om te zeggen wat je bedoelt te zeggen, maar ze begrijpen jou niet…
Dan doet dat iets met jou. Jouw gedrag verandert. En daar snappen andere mensen weer hélémaal niets van. Goed ontvangen en zenden wordt dan voor iedereen moelijker.
Soms word je heel stil en teruggetrokken. Een kind wat niet opvalt, of misschien wel alleen over het schoolplein loopt.
Soms ga je harder praten. Dan horen ze je beter. Maar zelfs met schreeuwen lukt het niet. Mensen willen dat je stopt met schreeuwen, maar wat kan je dan doen? Fysiek worden? Via lichaamscontact proberen om de ander te laten luisteren? Daar schrikken veel mensen ook weer van.
… dan is het fijn als iemand helpt.
Iemand die geleerd heeft te luisteren naar wat je (nog) niet kan zeggen. En die kan helpen te begrijpen wat een ander bedoelt.
Misschien wel door juist een tijdje niet te praten samen, maar door te doen. Door te tekenen, of spelletjes te spelen. Door een wandeling te gaan maken, of te voetballen. Bouwen met de lego, of gewoon bij een kopje thee te mogen zijn wie we zijn.